image/svg+xml

Wim Kuypers: 'Die melkventers werden een blok aan ons been'

Verhaal

Wim Kuypers: 'Die melkventers werden een blok aan ons been'

Plaatje bij verhaal: melkventer.jpg

[mbt zuivelfabriek Boekelo] 'Wij ventten voor een deel onze eigen melk uit. Dat was typisch voor Twente. De fabrieken hadden eigen mensen in dienst om de melk aan de man te brengen. Ze verkochten de melk aan de deur. In andere steden had je vaak zelfstandige slijters. Enschede was vanouds verdeeld tussen de fabrieken van Lonneker en Boekelo. In ons gebied werd indertijd nieuwbouwwijk de Wesselerbrink gebouwd. Deze lag voor een zeer groot deel in ons afzetgebied. Wij hadden maar vijf miljoen liter melk en konden ongeveer ook vijf miljoen liter melk aan huis verkopen, inclusief het gedeelte voor de Losserse melkwijken. Daar zat geen handel tussen. We konden dus een goede prijs maken. In de winter hadden we melk te weinig. Dan moesten we bijkopen.

Vanwege het melkventen konden hadden de Twentse melkfabrieken niet zo’n goede naam bij de winkeliers. Voor Multifarm was dit wel eens een handicap. De venters verkochten niet alleen melk, maar ook limonade, rookworsten, margarine en noem maar op. We waren met de ambulante handel eigenlijk concurrenten van de opkomende supermarkten. Lonneker-Haaksbergen, tussen welke coöperaties ook een samenwerkingsverband bestond, had wel zo’n 120 eigen melkwijken! Zij hadden 50 miljoen liter melk en zetten 20 miljoen zelf af bij de consument. Dat is dus maar 40 procent. Met die andere 60 procent konden ze eigenlijk weinig. Daar werd boter van gemaakt en uit de resterende ondermelk melkpoeder bereid.

De melkverkopers kwamen vaak uit Enschede. Als ze een beetje handelsgeest hadden en redelijk met mensen overweg konden, verdienden ze behoorlijk goed in dat vak. Ze hadden er een dagtaak aan: ze reden vijf dagen per week met de melkwagentjes door wijk. Dat was best hard werken. ’s Morgens vroeg begon het laden en dan ging het de wijk in. ’s Middags om een uur of, drie, vier kwamen ze terug en moesten nog de restanten en het lege goed lossen. De volgende ochtend vroeg kwamen ze weer op de fabriek om opnieuw te laden.

[na overgang van Boekelo-Losser naar Organisatie Melkvoorziening Twente ofwel Ormet in 1974:]

Al onze fabrieken hadden melkrijders aan het werk. Soms wel twintig of dertig per fabriek. Met al die mensen moest je jaarlijks onderhandelen over de vergoeding. De Zuivelbond in Zutphen had daar een formule voor. Zo konden wij zien wat het mocht kosten. Voor ons was de kunst om beneden die prijs de melkritten aan te besteden. De ritten werden gepubliceerd en de melkrijders konden daarop inschrijven. De laagste bieder kreeg de prijs. Een probleem was dat er steeds meer melk kwam. Er waren melkrijders die een tweede laag op de eerste laag melkbussen stapelden. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik met zo’n melkrijder heb gesproken die de bussen niet meer op zijn wagen kwijt kon. Ik zei: “Dan moet je een andere wagen kopen.” Ik wilde hem graag houden als melkrijder en ben nog met hem mee geweest naar Lochem om een grotere wagen te kopen. Eigenlijk kon dat melkrijden niet meer, ook gezien het verkeer. Hoeveel van die melkwagen reden hier wel niet over de Haaksbergerstraat? Dat was levensgevaarlijk met die slechte verlichting bij de winterdag.

Onze fabrieken hadden bij elkaar zo’n 300 tot 350 melkventers in loondienst. Toen de supermarkten steeds sterker werden en de ambulante handel niet meer rendabel was, zat de Ormet met een groot probleem. We moesten al die mensen een fatsoenlijke afvloeiingsregeling bieden. Dat kostte in de loop van de jaren miljoenen guldens en heeft in negatieve zin bijgedragen aan het einde van de organisatie. Tot de jaren ’70 hadden we voordeel van de venters door een hogere marge op onze melkprijs. In bijvoorbeeld Deventer of Apeldoorn liep de afzet via zelfstandige slijters. Dat gaf minder rendement dan bij ons. Later was het andersom. Die melkventers werden jammer genoeg een blok aan ons been. In toenemende mate vond verkoop van consumptiemelk plaats door rechtstreeks aan winkels te leveren en later aan de distributiecentra van die winkelorganisaties. Dat gaf de winkeliers een sterkere uitgangspositie en dus druk op de leveringsprijzen.'

Trefwoorden:Zuivelfabriek, Project Streekcultuur, Omgeving
Periode:1975-1985
Locatie:Twente
Thema's:Zuivelfabriek

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.