image/svg+xml

Ubele Dijkstra: 'Ik kreeg Staphorst als praktijk toegewezen'

Verhaal

Ubele Dijkstra: 'Ik kreeg Staphorst als praktijk toegewezen'

Plaatje bij verhaal: nl-zlhco_1214_dia001647_0.jpg

'Mijn moeder had liever dat ik geneeskunde ging studeren, maar ik voelde meer voor diergeneeskunde. Het werk op de boerderij, de natuur, al die verschillende dieren. Daar had ik veel meer interesse voor. Ook voor de huisdieren, maar dat kwam vooral later. Toen ik net werkte, ging er geen boer met z’n kat naar de dierenarts. Die kreeg eerder een schop als hij ziek was. Er belde een keer een boerin voor een zieke hond. Toen ik bij haar op het erf kwam zei ze: “Mijn man heeft zich rot gelachen dat ik de telefoon pakte voor de hond. Hij verklaarde me voor gek!” Een koe leverde geld op, maar een hond en een kat niet. Daar liet je de dierenarts toch niet voor komen, vond men toen. Later heeft die man me zelf ook opgebeld voor z’n hond.

In 1947, tijdens mijn studie Diergeneeskunde in Utrecht, werden we door één van de professoren gevraagd om te helpen met tuberculineren. Je spoot daarbij tuberculine in de huid om te bepalen welke koeien tbc hadden. Het ministerie van Landbouw wilde Nederland tbc-vrij maken. Ik meldde me aan en kreeg Staphorst als praktijk toegewezen. De dierenarts daar, dhr. Wilders, had teveel koeien onder zich om allemaal te testen. Ik heb toen verschillende delen van de praktijk getuberculineerd. Ik studeerde nog maar een jaar, maar ze moesten mensen hebben. We verdienden op die manier wat bij, maar dat stelde niet veel voor. Je kon met de trein reizen en kreeg wat sigarettengeld. En je leerde het werk in de praktijk natuurlijk.

Toen ik aan mijn coassistentschappen toe was, moest ik een half jaar wachten voordat er plaats was. Die tijd heb ik volledig meegedraaid in de praktijk in Staphorst. De schoonzoon van dhr. Wilders, Zantinge, kwam ook net in de praktijk. We waren dus met z'n drieën. Mijn collega's wisten dat ik het werk wel aan kon, maar de boeren hadden hun twijfels bij zo'n jong broekie. Als ik bij hen kwam hoorde ik achter m'n rug weleens: “Zou hij dat wel kunnen?” Soms zei een boer dat hij zich vergist had. Vervolgens belde hij één van m'n collega's. Dat krijg je als je zo jong bent, ook wel te begrijpen.

Mijn moeder had een paar vriendinnen in Amsterdam. Toen ik een keer met haar mee op bezoek ging, heb ik mijn latere vrouw leren kennen, Alida Potgiesser. Ze woonde in dezelfde buurt. Ze kwam uit Amsterdam, maar wel uit een boerenfamilie. Haar grootouders hadden een boerderij in de Purmer. Die achtergrond was later wel handig. Ze wist alles van het boerenleven. We zijn getrouwd op 23 december 1952 en vanaf 1 januari 1953 kwam ik voor vast in Staphorst. Je status was dan direct iets anders, want je was getrouwd. Je werd meer geaccepteerd.'

Trefwoorden:Opleiding, Familie, Diergezondheid, Bedrijf, Project Streekcultuur
Personen:Ubele Dijkstra
Periode:1930-1960
Locatie:Staphorst
Thema's:Opleiding, Diergezondheid

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.