image/svg+xml

Mina Mensink: 'Ons fruit werd ongezien opgekocht'

Verhaal

Mina Mensink: 'Ons fruit werd ongezien opgekocht'

Plaatje bij verhaal: fruitboom.jpg

'We hadden een bongerd van twee hectare groot. Het was allemaal hoogstam. Laagstam kenden we toen nog niet. Sterappel, Goudrenetten, Bellefleurs; we hadden ze allemaal. We hadden ook peren: Winterjannen- en Wilde Giesemanperen. Een ruime variatie aan fruitbomen dus. Onze buren hadden ook fruitbomen. Deze streek was in die tijd een fruitstreek, wat best bijzonder was. Mijn vader hield het plukken allemaal in eigen hand. We hadden het weleens voor een jaar uit handen gegeven maar dan kreeg je vaak van die ongeletterde mannen om dat te gaan plukken. Ze deden niet voorzichtig en hielden niet in de gaten waar ze de ladder tegenaan zetten. Daardoor gooiden ze vaak de jonge loten eruit. Je moest namelijk de ladder op een speciale manier tegen de boom aanzetten, anders raak je te veel takken en daarmee valt er veel fruit op de grond. Wat niet nodig is. Toen heeft mijn vader besloten het altijd zelf te doen. Daar was hij elk jaar wel druk mee. Alleen als er te veel wind stond, dan was het te gevaarlijk vanwege de zwiepende takken. Dan plukte hij even niet. Nee, met plukken heb ik niet meegeholpen, dat vertrouwde vader ons niet toe. Wij hielpen mee met het rapen.

Het rapen was altijd een drukke tijd. Als vader zei “deze bomen ga ik straks plukken”, dan moesten wij daaronder eerst de grond schoonmaken. Soms lagen er wel honderd. Dit moest snel gebeuren want de “plukval” leverde meer op dan de gewone val die wij opraapten. Zo werd dat ook aangeduid op de kisten die naar de veiling gingen. Om dit goed te scheiden en uit voorzorg dat de appels elkaar niet kwetsten, moesten wij dus eerst onder de bomen al het fruit rapen. Moeder en ik hebben heel wat afgewandeld in de bongerd. Met de gewone val gingen we heel zorgvuldig om. Vader ging de bomen in om met manden het fruit te plukken; de appels en peren die wel op de grond vielen, pakten wij. Dat was plukval. Mijn vader zette de gevulde manden neer onder de boom en wij moesten ze op de rail van stro leggen die door de bongerd liep. Zo liepen er twee railen stro door de bongerd: een voor het plukfruit en een voor de plukval. Het werd goed gescheiden gehouden. Daarna moest het allemaal nog gecontroleerd worden op rotte appels of peren. Zelfs na de pluk was dat heel wat hoor! We hebben dagen kou geleden omdat we aan die bulten stro lagen te sorteren in de kou.

De appels van dezelfde grootte gingen netjes in een kist en in een andere kist appels met vlekjes. De wat mindere appels werden als tweede soort aangeboden. Ondanks vlekjes waren het prima appels maar voldeden niet helemaal aan de eisen. Dat was veel werk. Tegen de kerstdagen waren we zo druk. Mijn vader was erg secuur en had daardoor een goede reputatie. De veilingmeester vertelde me later nog eens dat wanneer de kisten van mijn vader onder de klok doorgingen dan kochten de kooplui uit het westen het onbeziens. Er waren namelijk veel kopers bij de veiling in Wijhe die eerst de trap afkwamen en gingen kijken wat er te koop was, maar bij die van mijn vader bleven ze op de tribune zitten. Dat was vertrouwd. Daar zaten geen rotte tussen. Dat wist iedereen.'

Trefwoorden:Fruitteelt, Project Streekcultuur, Bedrijf
Periode:1920-1950
Locatie:Wijhe
Thema's:Fruitteelt

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.