image/svg+xml

Klaas Hofstede: 'In de zomer gingen we bij de boeren langs om te dorsen'

Verhaal

Klaas Hofstede: 'In de zomer gingen we bij de boeren langs om te dorsen'

Plaatje bij verhaal: dorsen_bij_een_boer._men_kon_met_paard_en_wagen_de_schuur_in_rijden._ca._1956._op_de_foto_de_buren_die_de_boer_hielpen_met_dorsen_0.jpg

'Naast de smederij hadden we thuis een boerderij met een tiental koeien en een loonbedrijf. Ons land lag helemaal verspreid, ook na de ruilverkaveling van 1948. De meeste boeren op Staphorst woonden aan de Gemeenteweg, maar hun land lag kilometers van huis. Daar moesten ze met paard-en-wagen naar toe. Aan de ene kant van Staphorst, tot aan Meppel, lag allemaal weiland en aan de andere kant, vanaf de Lichtmis tot IJhorst, had je vooral bouwland. De meeste boeren waren zelfvoorzienend. Ze verbouwden rogge of haver en voerden dat aan de paarden, kippen of varkens. Sommigen hadden wel veertig varkens die ze vetmestten. In de Tweede Wereldoorlog waren de boeren verplicht aardappels, tarwe, rogge en haver te verbouwen voor de voedselvoorziening.

Op Staphorst was een dorsbedrijf, maar toen dat in 1952 stopte heeft mijn vader het overgenomen. We hadden drie dorsmachines en gingen daarmee bij de boeren langs om te dorsen. In de zomer waren we iedere dag op pad, met een Lanz-Bulldog trekker voor de dorsmachine. M'n vader had zes zonen, er was personeel genoeg. Tot het begin van de jaren zestig liep het dorsen heel goed, daarna kreeg je steeds meer weidegrond. Melk leverde toen meer op dan bouwland.

In 1956 hebben we onze eerste combine gekocht, een Bautz. Daarmee gingen we de boeren bij langs voor de graanoogst. Begin september, toen het graan er net af was, werd mijn vader een keer gebeld door Jan Maris, een grote loonwerker uit Marknesse. “Jan, jij hebt een combine. Er staat hier in de polder nog ontzettend veel graan. Kun je bij mij komen?” “Jawel”, zei m'n vader, “morgen komen we er aan.” De volgende ochtend om vijf uur reed ik samen met m'n broer op de combine naar Vollenhove. Toen we over de polderbrug reden, moesten we stoppen voor twee grenswachters. “Wat doen jullie hier?”, vroegen ze. “We moeten met de combine bij Jan Maris zijn”, zei m'n broer. “Dat gaat zomaar niet. Die combine is zo smerig, zulk onkruid willen we niet hebben in de polder.” Daar zakte ons de broek vanaf. Een combine wordt nu eenmaal smerig als je hem gebruikt. Gelukkig kende mijn vader een Lanz Bulldog-dealer in Vollenhove, Den Ouden. Daar hebben we de combine schoon gespoten en toen mochten we wel de polder in. Dat poldervolk voelde zich in die tijd soms hoog verheven boven de andere boeren. Maar het heeft ze niks geholpen. Moet je zien hoe de polder er tegenwoordig bij ligt.'

Trefwoorden:Bedrijfsvoering, Bedrijf, Project Streekcultuur
Periode:1950-1970
Locatie:Staphorst
Thema's:Bedrijfsvoering

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.