image/svg+xml

Jan Haverslag: 'Vrij boer willen zijn, zat tussen de oren'

Verhaal

Jan Haverslag: 'Vrij boer willen zijn, zat tussen de oren'

Plaatje bij verhaal: kalfjesvoeren_mw_vorkink.jpg

Gerrit Vorkink: ‘Er waren indertijd een hoop mensen die zeiden: “Wij willen niet lid van de coöperatie worden. Wij blijven particulier.” Het merendeel is naar de Omefa gegaan. Het was een kwestie van handel. Als je een koe verkoopt, kun je zeggen: “Zoveel wil ik ervoor hebben.” Bij de coöperatie krijg je wat ze ervoor bieden. Mijn ouders waren ook geen lid van de coöperatie. Die waren ook op zichzelf. Zo gaat dat van vader op zoon.’

Jan Haverslag: ‘Mijn schoonvader is geen coöperatieman. Hij wilde zolang mogelijk bij particuliere fabrieken blijven. Het was een principekwestie: altijd eigen baas willen zijn, niets laten opleggen door statuten of wat dan ook. "Als het niet bevalt, wil ik zo weg kunnen naar een ander." Het waren vrije boeren. Een bepaalde categorie had dat heel sterk. Nadat Wansink was opgeheven gingen ze naar de Omefa in Rijssen. Toen de Omefa ophield, moesten ze wel naar de coöperatie, de Vrijheid in Holten, wat later Coberco geworden is. Maar hij is niet lid geworden. Daardoor liep hij de nabetaling mis en zo kreeg hij uiteindelijk minder voor de melk. Toen wij trouwden, zijn we direct lid geworden van de melkfabriek.

Uiteindelijk werken particuliere en coöperatieve fabrieken precies hetzelfde. Je kreeg bij de particulier echt niet meer dan bij de coöperatie. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Maar het vrije boer willen zijn, zat tussen de oren. Bij de vrijhandel kon je weg als je wilde. Dat kon bij de coöperatie niet. Je zit vast aan een jaarcontract. Dit mag niet en dat mag niet. Dan krijg je een tegenbeweging. Er waren ook mensen die zeiden: “Bij de coöperatie zitten allemaal hoge heren die geld willen verdienen. Dat gaat van ons melkgeld af.”

Echte coöperaties heb je tegenwoordig niet meer. Als een boer ergens anders iets goedkoper kan krijgen, is hij weg. Alleen de kwaliteit en de prijs zijn bepalend. Een echte coöperatieman blijft de coöperatie altijd trouw. Tegenwoordig heb je ook toeslagen, bijvoorbeeld als je meer dan zoveel ton melk levert. Dat is ook in strijd met de coöperatieve gedachte. Vroeger kregen grote en kleine boeren dezelfde prijs. Met veevoer werkt het precies hetzelfde. Hoe meer je bestelt, hoe goedkoper je uit bent. Voor kleinere boeren gaat het dus dubbelop: ze hebben duurder voer en krijgen minder voor de melk. Je moet mee in de schaalvergroting. Anders kun je beter stoppen. Als kleine boer ben je de groten aan het vetmesten. Zulke praktijken mogen eigenlijk niet voorkomen. Bij een echte coöperatie is elk lid gelijk.’

Trefwoorden:Coöperatie, Project Streekcultuur, Omgeving
Personen:Gerrit Vorkink; Jan Haverslag
Periode:1950-1980
Locatie:Beuseberg

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.