image/svg+xml

Derk Stokvis: 'In de varkenshandel zat altijd een kwartje tussen de dubbeltjes'

Verhaal

Derk Stokvis: 'In de varkenshandel zat altijd een kwartje tussen de dubbeltjes'

Plaatje bij verhaal: mogelijk_duroc_varken_in_wei.jpg

'De varkenshandel heb ik van mijn vader overgenomen. Ik had inmiddels een vakbekwaamheidsdiploma gehaald. Daarvoor moest je een theoriecursus volgen. Dat stelde niets voor. Ik kende het al uit de praktijk. Je deed examen op de veemarkt in Utrecht. Je moest het gewicht en de waarde van verschillende soorten taxeren. En ik moest ook een middenstandsdiploma hebben. Daarvoor heb ik een 2-jarige avondcursus gedaan in Vroomshoop.

Ik heb een eigen vrachtwagen gekocht. Dat was eerst zo’n klein Opeltje voor 30 tot 40 biggen. Ik deed er precies hetzelfde mee als met paard en wagen. Dan ging ik de boer op met de vrachtwagen. Ik kocht en ruilde de hele dag door. Je wist de prijs beter dan de boer. Dan zat er altijd nog een kwartje tussen de dubbeltjes. Dat was mooi werk. Of de prijzen goed of slecht waren, maakte voor de handel niet veel uit. Als de varkens duurder waren, kon je er wel iets meer aan verdienen.

Vroeger had je verschillende varkenssoorten. Er waren nog zwartbonten. De meeste varkens waren Landvarkens, van die ‘langoren’. Later hadden ze door kruising met de Yorkshire kortere oren. Die waren sterker en beter van kwaliteit, met zo weinig mogelijk spek. Als de boeren hier vroeger  een varken slachtten ging het erom wie de meeste spek had. Dan gingen ze vetpriez’n. Toen wilden ze graag een dik stuk spek hebben. Later moest er juist zo weinig mogelijk spek aan zitten.

In het begin ging je bij alle boeren langs. Wie het hoogste bood, kreeg de varkens mee. Dan kwam mijn va, kregen ze toch geen akkoord over de prijs en keerde hij weer om. Dat ging om een kwartje of twee. In mijn tijd kreeg je zo geleidelijk aan vaste adressen. Op het laatst had je gewoon je eigen klanten.

Vanaf de jaren zestig werd alles steeds groter. Je kreeg aparte fokkers die zeugen hielden voor de biggen. Na een week of tien, twaalf gaan de biggen naar een mester. Die heeft ze zo’n vier maanden. Dan gaan ze weg voor de export of de slacht. De handel in biggen liep hierdoor sterk terug. Meestal vervoerden we de biggen alleen van de ene naar de andere boer. Dan was je in feite transporteur.'

Trefwoorden:Varkens, Veehandel, Project Streekcultuur, Omgeving
Personen:Derk Stokvis
Periode:1960-1980
Locatie:Den Ham
Thema's:Varkens, Veehandel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.