image/svg+xml

Derk Stokvis: 'Als de Brabanders er niet waren, dan was de prijs een stuk lager'

Verhaal

Derk Stokvis: 'Als de Brabanders er niet waren, dan was de prijs een stuk lager'

Plaatje bij verhaal: varkensmarkt_b.jpg

'Het was meestal 8, 9 uur voordat we op de varkensmarkt in Ommen waren. Naar de markt namen we gemiddeld vijftien varkens mee. We verkochten ze  eigenlijk altijd aan dezelfde handelaar. Er waren er maar een paar. Echte handel was het niet. Het was een overleg. De prijs wist je ongeveer van tevoren. We kregen het altijd klaar. Het was een vertrouwenskwestie. De meeste varkens uit Ommen gingen in koppels van vijftig tot zeventig  naar België. Het was dus eigenlijk een verzamelpunt. Je kon de varkens ook wel naar een opvangplaats brengen, maar wij handelden ook op de markt. Dat was je van vroeger uit gewend.

In Zwolle was het allemaal wat groter. De markt was in de IJsselhallen. Daar werd nog echt gehandeld. In het begin ging het met handjeklap per varken. Dat ging puur op het oog. “In de roes”, zeiden we dan.  Zoveel kilo maal die prijs, dat is ie waard. Ja, ik kon goed hoofdrekenen. Soms was je het niet eens over het geschatte gewicht. Later was er een kiloprijs. Die werd in overleg vastgesteld. Vervolgens werden de varkens gewogen en volgens de afgesproken kiloprijs afgerekend. In Ommen richtten ze zich ook naar de kiloprijs in Zwolle. Je was wel vrij om daar van af te wijken. De kwaliteit van het ene varken is beter dan de ander.

Elke week kwamen er verschillende handelaren in Zwolle. We gingen er meestal met drachtige varkens naar toe. Die werden verkocht aan boeren of kooplui, afhankelijk van wie er was. De Brabanders kwamen ook vaak. Die kochten vaak in een keer de hele bups. De boeren kochten ze vaak per stuk. We hebben regelmatig met één klap een stuk of vijftien varkens aan de Brabanders verkocht. Als de Brabanders er een keer niet waren, dan was de prijs een stuk lager. We verkochten ook wel varkens voor boeren in commissie. Dan kreeg je een vast deel van de opbrengst: meestal 20 gulden per stuk. Meestal nam ik ook vijf tot tien guste varkens uit Zwolle mee terug. Die verkocht ik dan aan boeren die ze bij de beer deden en ze later weer drachtig verkochten.

Als je goed geld beurde, moest je in het begin de collega’s een borrel trakteren. “Kom, naar binnen!” Sommigen waren ontzettend gehaaid op een borrel. Dan namen ze een paar collega’s mee en moest jij betalen. Als je niet naar binnen wilde, kon je een geluksgulden geven. Dan gaf je een knaak ofzo. Later kwam van een borrel drinken meestal niet veel terecht.

Op een gegeven moment zijn alle varkensmarkten dicht gegaan. Je mocht geen varkens meer via de markt verkopen. Ze waren bang voor besmetting. Er was ook steeds minder belangstelling. De laatste jaren bracht ik de zeugen altijd naar een opvangbedrijf. Dat was ook prima. Ik heb met de handel goed de kost kunnen verdienen. Daarvoor moest je wel dag en nacht werken.'

Trefwoorden:Veehandel, Project Streekcultuur, Omgeving, Markt Overijssel
Periode:1960-2000
Locatie:Ommen, Zwolle
Thema's:Veehandel, Markten in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.